De bijscholing motorrijder is een voortgezette opleiding, voor motorrijders in het bezit van het brevet verkeersagent-motorrijder of gelijkwaardig en die de functie uitoefenen. Deze opleiding wordt op maat aangeboden en kan, afhankelijk wat beoogd wordt, in de politiezone gegeven worden.
Inhoud
In samenspraak met de politiezone wordt een opleiding uitgewerkt waarbij, afhankelijk van de doelgroep, onderstaande oefeningen aan bod komen.
1. Afgesloten terrein:
- Basistechnieken evenwicht.
- Oefeningen tussen kegels en bochttechnieken.
- Gevorderde technieken (remmen - uitwijken).
- Integratie oefening.
2. Alle terreinen:
- Op onverharde wegen rijden.
- Integratie oefening.
3. Openbare weg:
- Toepassing van de technieken op openbare wegen.
- Opfrissing interventietechnieken.
Leerdoelstellingen
Je herhaalt de basistechnieken met je dienstmotorfiets. Je krijgt oefeningen op maat en advies.
Doelgroep
Operationele medewerker van de geïntegreerde politie. De cursist oefent de functie van motoragent bij de federale politie of in een korps van de lokale politie uit (cf. omzendbrief GPI 15bis) .
Deelnamevoorwaarden
Je bent politieambtenaar uit het operationeel kader die gebruik maakt van een dienstmotorfiets.
Je bent in het bezit van:
- motorrijder bijzondere bekwaamheid (EDA2114) en besturen van een dienstmotorfiets in een stedelijke omgeving (EDA2115) of
- verkeerspolitie motorrijder (EDA7648).
Je hebt een rijbewijs categorie A of een rijbewijs dat geldig is verklaard voor het besturen van een motorfiets
Je komt naar de opleiding met je dienstmotorfiets en een werkende Astrid radio. Je bent drager van de volledige motoruitrusting en beschermende motorkledij: laarzen, broek, vest, handschoenen en helm .
Toelating van de korpschef, directeur of zijn gemandateerde.
Lesmethode en werkvormen
Docenten passen de regels van de volwassenenopleiding toe.
Ervaringsuitwisseling, praktijkoefeningen.
Beoordelingswijze
Activiteitsgraad tijdens de opleiding en permanente evaluatie van de uitgevoerde lesdoelstellingen.