Je kent de wettelijke basis voor het houden van dieren, kan mogelijke inbreuken hierbij vaststellen en de eerste en dringende verrichtingen uitvoeren.
Inhoud
- Wettelijk kader:
- Bescherming en het dierenwelzijn.
- Identificatie van honden, katten.
- Identificatie van paarden.
- Circussen en rondreizende tentoonstellingen.
- Erkenningsvoorwaarden van inrichtingen.
- CITES wetgeving.
- Politiereglementen, lokale richtlijnen en samenwerken met dierenasielen.
- Houden van dode, opgezette gezelschapsdieren.
- Discussiegroep betreffende: houding t.o.v. dierenrechtenorganisaties, samenwerken met externe diensten (FOD, FAVV), onkosten bij inbeslagnames en houding van het parket, houding t.o.v. de pers.
Doelgroep
Je bent agent, inspecteur, hoofdinspecteur, officier van politie.
Deelnamevoorwaarden
Toelating van de korpschef, directeur of zijn gemandateerde.
Lesmethode en werkvormen
Docenten passen de regels van de volwassenenopleiding toe.
Doceren, onderwijsleergesprek, klassengesprek met veel ruimte tot vraagstelling en interactie.
Beoordelingswijze
Evaluatie van de activiteitsgraad tijdens de opleiding.