De less-lethal middelen zoals de FN303, FN303P, CEW/taser zijn specifieke middelen van bijzondere bewapening. Ze verruimen het aanbod van « tools » van gebruikers binnen hun dispositief om, rekening houdende met de op- en afbouw van geweld, de beginselen van legaliteit, opportuniteit, proportionaliteit en subsidiariteit en de specifieke context, een meer geschikte/ minder ingrijpende oplossing te creëren voor het oplossen van een situatie.
De inzet van de bewapening is niet bestemd om het oplossen van een situatie te vergemakkelijken indien ze strijdig zijn met een of meerdere van de eerder aangehaalde rechtsbeginselen.
De opleiding omvat een theoretisch, technisch en tenslotte een situationeel- geïntegreerd gedeelte als einddoel. Het moet de gebruiker in staat stellen om de technische capaciteiten (en beperkingen) te kennen en te kunnen gebruiken in contextuele omstandigheden. De gebruiker moet op het einde van de opleiding in staat zijn een operationele risicoanalyse uit te voeren waarbij alle andere opbouwende gepaste middelen van geweldsbeheersing, te beginnen met het negotiëren, in overweging zijn genomen.
In geen geval zal de cursist de effecten van het less lethal middel ondergaan.
Inhoud
Ø Deontologie wettelijke basis
Ø Wapensysteem FN 303
Ø Voor –en nadelen van een FN 303
Ø Onderhoud van het wapen
Ø Effecten van de verschillende capsules op het menselijk lichaam
Ø Wat zijn de risico’s bij operationeel gebruik en manipulaties
Ø De administratieve afhandeling uitvoeren (Fiche)
Ø Basis manipulaties
Ø FN 303 in combinatie met andere bewapening
Ø Nazorg / begeleiding verzekeren
Ø Cognitieve, associatieve en autonome technische vorming
Ø Toepassingsmogelijkheden
Ø Integratie van FN 303 in kader van aangepaste situationele oefeningen
Ø Analyseert de verschillende toepassingsmogelijkheden van het wapen
Ø Doorlopen van type situaties aan de hand van rollenspelen
- Beperkte ruimte
- Automutilatie/ zelfdoding mes, benzine,…
- Partieel vuren met oog op het creëren van een oplossing/ ontwapenen
Fort Chabrol/ Gijzeling noodploeg (GPI81)
Leerdoelstellingen
De kandidaat:
Ø Past de wettelijke basis en deontologie voor het gebruik van FN 303 toe
Ø Demonstreert en legt de basisveiligheidsmaatregelen bij manipuleren van het wapen uit
Ø Kent de werking van het wapen uit
Ø Situeert de FN 303 tussen de andere “less lethal” middelen
Ø Begrijpt het belang van communicatie bij het gebruik van de FN303
Ø Is zich bewust van de risico’s verbonden aan het gebruik van de FN 303
Ø Kent de technische kenmerken en bedieningsorganen van het wapen
Ø Vervult de administratieve afhandeling bij gebruik FN 303
De kandidaat:
Ø Voert de basismanipulaties met FN 303 op correcte wijze uit
Ø Kent de eigenschappen en functies van het wapen FN 303
Ø Onderscheidt de verschillende types van capsules
Ø Legt de nadruk op de noodzaak van communicatie bij gebruik van de FN303
Ø Voorziet correcte nazorg
Ø Weet hoe een opponent op voorziene wijze na gebruik van het wapen te begeleiden
Ø Kent de gevallen waarbij een FN 303 mogelijk gebruikt kan worden
Ø Kent de gevallen waarbij gebruik van een FN 303 te vermijden is
Ø Analyseert de verschillende toepassingsmogelijkheden
Ø Kan de manipulaties en de drills bij diverse operationele scenario’s correct uitvoeren
Ø Integreert een FN 303 in het concept van de geweldbeheersing
De kandidaat
Ø Is in staat een operationele risicoanalyse te maken
Ø Is in staat de theoretische en technische aspecten van module 1 en 2 te integreren in contextuele omstandigheden
Ø Is in staat om zonder, of met een minimale aanwending van geweld een situationele oplossing te vinden voor de probleemstellingen
Is zich bewust van zijn persoonlijke verantwoordelijkheid als gebruiker en de parameters die in overweging moeten worden genomen bij de inzet.
Doelgroep
Lid operationeel kader vanaf niveau inspecteur
Deelnamevoorwaarden
Bijzondere bewapening - voorafgaande nominatieve ministeriële machtiging vereist per deelnemer
Ø Niet ontzegd zijn uit het recht om een wapen in dienst te dragen
Ø Vrijwilliger zijn
Ø Opgenomen zijn in de lijst van personeelsleden die een machtiging verkregen hebben om over bijzondere bewapening FN 303 te mogen beschikken
Ø Moet voldoen aan de eisen voorzien in de GPI 48
Ø De vragende eenheid voorziet minimum één wapen per twee deelnemers
De vragende eenheid voorziet minimum 60 capsules per deelnemer
Beoordelingswijze
Evaluatie van de activiteitsgraad tijdens de opleiding.